Paniek stoornis

Paniek stoornis

Deze vorm van angststoornis kenmerkt zich vooral door regelmatig terugkerende paniekaanvallen. Vroeger werden deze klachten wel verward met hyperventilatie. Het belangrijkste kenmerk is vooral dat er paniek optreedt in situaties die niet in verhouding staan met de ervaren paniek. Het is heel naar om deze paniek en angst te ervaren en in de meeste gevallen gebeurd het dan ook dat mensen angst gaan ervaren voor de paniek. ‘Als ik maar geen paniekaanval ga krijgen…’. Doordat je bang bent dat je een paniekaanval gaat krijgen, ga je situaties vermijden. We spreken dan van een paniekstoornis met agorafobie. Je bent dan bang om bijvoorbeeld alleen buitenshuis te zijn, omdat je het idee hebt in een situatie terecht te komen waaruit ontsnappen niet mogelijk is, of heel gênant voor je is.


Achterliggende (irreële) angsten bij de paniek zijn vaak bang om gek te worden, een hartaanval te krijgen of dood te gaan. Het idee achter het ontstaan en voorbestaan van deze angstklachten is dat je in een negatieve spiraal komt waarbij negatieve angstige gedachten fysieke verschijnselen (hartkloppingen, kortademigheid en transpireren) verergeren, waardoor er weer meer angstige gedachten komen.


Het is heel vervelend om deze angsten en paniek te ervaren. Het is een serieuze aandoening die gelukkig in de meeste gevallen goed kan worden behandeld. De psychische behandeling van een paniekstoornis richt zich op het doorbreken van de negatieve spiraal waarin je terecht komt als je paniek en angst ervaart. Het gaat dan om het corrigeren en het veranderen van angstige gedachten bij fysieke verschijnselen en viceversa. Dus bijvoorbeeld als je voelt dat je hart sneller gaat kloppen en je denkt: nu gaat het mis... straks val ik flauw... Je gaat realiseren dat je hart ook net zo snel klopt als je de trap op hebt gelopen en dat er dus niets gaat gebeuren. Soms wordt de behandeling ondersteund door medicatie. De therapie richt zich erop om eerst om te gaan met angst en paniekgevoelens en vervolgens stapsgewijs situaties op te zoeken waar je bang voor bent (exposure in vivo). Doordat je weet en hebt ervaren hoe je met je angst om kunt gaan, kun je ook weer de situaties aan die je bent gaan vermijden. Het opzoeken van deze situaties geschiedt stapsgewijs en onder begeleiding van je psycholoog.